Ik kom graag in een museum. Dat kunnen allerlei verschillende soorten musea zijn met diverse objecten. Oude of moderne kunst, oude voertuigen of vliegtuigen, fotografie, natuurhistorische musea, oorlogsmusea of bijzondere gebouwen met historische waarde. Ik neem het allemaal in me op als een droge spons in een plas water en de stichting Museumkaart Nederland zal weinig leden zien die hun kaart meer benutten dan ik. Er is echter één soort museum zwaar favoriet, en dat zijn de musea waar het verhaal wordt verteld van de muziek. In ons land nog een flink stuk braakliggend terrein, in andere landen wordt hier gelukkig ruimschoots in voorzien. Deze week een verhaaltje over de historie van muziek in musea.
Zodra ik mijn eerste voet over de drempel zette van de oude boerderij aan de Voorstreek in Grolloo, voelde ik al een lichte opwinding. Hier is het dus allemaal gebeurd. Hier zaten Harry Muskee, Eelco Gelling en Herman Brood samen met een wisselend groepje andere muzikanten lekker te spelen en ontstond de Nederblues waarmee Cuby + Blizzards in de jaren ’60 zoveel successen boekte.
Vooral de albums Desolation uit 1966 en Groeten uit Grollo (toen nog met één o) uit 1967 zijn ijzersterke albums vol (h)eerlijke bluesmuziek. Het museum was niet groot, maar liet op hele fijne wijze zien hoe het leven er destijds aan toeging.
Veel foto’s, een serie oude gitaarversterkers, oude gitaren en vooral veel muziek. Binnen een uur heb je het allemaal gezien natuurlijk, we moeten de grootheid van deze band ook niet gaan overdrijven. Wel wachtte mij nog een andere verrassing toen ik door de boerderij zwierf. Ik liep daar tegen Jan Rot aan, de goedlachse zanger/vertaler die ik altijd goed kon waarderen voor zijn Nederlandstalig werk. Jan bleek in het echt net zo spontaan, lief en aardig te zijn als hij op de tv altijd overkwam. We raakten in gesprek en liepen samen een groot deel van de tentoonstelling langs, wijzend op weer een mooie foto of een oude bandrecorder, samen filosoferend over hoe de mannen destijds hun muziek vormgaven. Aan het einde van de tentoonstelling stond een grote houten schutting opgesteld, waarop bezoekers hun handtekening of een stukje tekst konden schrijven hoe zij het bezoek hebben ervaren. Samen met Jan Rot schreef ik hoe leuk ik het museum vond. Waarschijnlijk deed Jan dat met een veel pakkendere tekst dan ik. We namen lachend afscheid met een hand en een schouderklop, ik dankte hem voor het korte, spontane samenzijn en mijn waardering voor Jan Rot en zijn werk zou vanaf dat moment aanzienlijk toenemen. Ik was dan ook zeer bedroefd toen Jan Rot in april vorig jaar veel te jong overleed.
Een heel andere beleving had ik bij het betreden van de Rock & Roll Hall of Fame in Cleveland in Ohio een dikke 10 jaar geleden. Dat museum is zo groot dat de hele dag die ik daarvoor had uitgetrokken onvoldoende bleek om de hele collectie te bekijken. Gelijk bij binnenkomst keek ik omhoog naar de immens grote muurdelen van het decor van het legendarische concert The Wall dat Roger Waters van Pink Floyd in juli 1990 in Berlijn gaf, ter herinnering aan of ter viering van de val van de Berlijnse muur een klein jaar eerder. Zwevend tussen de delen van de muur hingen twee Trabantjes die U2 weer had gebruikt tijdens hun Zooropa tour in 1993 in datzelfde Berlijn. In de drukte van de ontvangsthal stond ik daar met open mond een paar minuten naar boven te kijken, mezelf realiserend hoe jammer het was dat ik daar toen niet bij aanwezig ben geweest. Vooral Roger Waters had ik maar wat graag in Berlijn gezien. Intussen stond ik trouwens zeer hinderlijk in de weg voor alle andere binnenkomende bezoekers. Maar goed, daar kon ik niks aan doen.
Gelijk na de kassa was daar de herdenkingsmuur waarop de foto’s hingen van leden van de R&R Hall of Fame die dat jaar waren overleden. Bij het zien van de foto en het bijbehorende verhaal over de geweldige drummer Levon Helm die kort daarvoor was overleden, kwamen de eerste tranen van die dag. Twee weken geleden kon u in de schitterende blog van Leen lezen hoe groot Levon Helm was voor de muziek in het algemeen en voor de Americana in het bijzonder. Ik ben furieus fan van The Band van Levon Helm en zijn overlijden deed me destijds enorm veel verdriet.
Weer tien meter verder stond een kleine vitrine met daarin een handgeschreven tekst van het liedje Born in the U.S.A. van Bruce Springsteen, zonder twijfel mijn grootste muziekidool. Dat stukje papier was mee geweest op een reis door de ruimte, ik meen zelfs naar het ruimtestation ISS. En zo waren we ongeveer een half uur verder, en had ik slechts 30 meter afgelegd in dit museum. Ik kan hier nog uren over vertellen, ga ik niet doen. Veel beter is het om zelf ook dat museum te bezoeken, mocht u ooit in de buurt van Cleveland zijn.
Nog een laatste goede herinnering heb ik aan mijn bezoek aan The Irish Rock 'n' Roll Museum Experience in Dublin, waar ik was in 2018. Een klein maar indrukwekkend museum, gevestigd in het gezellige centrum van Dublin in een voormalige opname- en oefenstudio waar zo veel grote Ierse bands hebben gespeeld. Het vertelt de geschiedenis van die vele Ierse bands, zangers en zangeressen, met veel tentoongestelde instrumenten, kleding, foto’s en vooral een mooie afdeling met veel gouden platen die Ierse bands hebben verdiend. Echt iets voor onze Ronald om ook eens langs te gaan.

The Irish Rock 'n' Roll Museum Experience is gevestigd in het gezellige centrum van Dublin, op een steenworp afstand van rivier de Liffey die de stad in tweeën deelt.
Nu de stap naar country en bluegrassmuziek, want dat is immers onze specialiteit. Over een paar maandjes, laten we zeggen half april, hoop ik weer enkele muziekmusea aan mijn lijst te kunnen toevoegen. Als er geen gekke dingen gebeuren, reis ik namelijk opnieuw af naar de Verenigde Staten om een bezoek te brengen aan mijn zoon die woont en studeert in Texas. Als ik er dan toch ben, dan kun je er maar beter het beste van maken. Aansluitend aan het bezoek aan Texas hoop ik af te reizen naar Nashville, Tennessee. Daar staan binnen een straal van een paar honderd meter meerdere musea die ik met een bezoekje ga vereren. De Country Music Hall of Fame and Museum is een zekerheidje, die ga ik uiteraard bezoeken. Ook het Ryman Auditorium staat hoog op mijn lijstje, die zal ook wel bezocht worden. Op een paar minuten lopen vind je dan ook nog het Johnny Cash Museum, het National Museum of African American Music en het Glenn Campbell Museum. Ik ben niet alleen en heb ook nog rekening te houden met mijn liefdevolle reisgenoot, maar wie weet ga ik er allemaal langs.
Een paar dagen later ben ik in de buurt van Bristol, op de grens van Tennessee en Virginia. Zoals u in de eerste uitzending van dit jaar heeft kunnen beluisteren in mijn feuilleton Towns & Country, is Bristol de plaats waar het voor de country en de bluegrass zo’n honderd jaar geleden allemaal begon. We kennen inmiddels allemaal het verhaal van de Bristol Sessions uit 1927 en de immense betekenis daarvan voor ontwikkeling van de countrymuziek. Dat schijnt mooi te zijn uitgebeeld in het Birthplace of Country Music Museum, wat zeker op mijn bezoek mag rekenen. De lijst met muziekmusea zal eindeloos zijn en ik zal ze zeker niet allemaal afgaan. Maar voor de neusjes van de zalm doen we altijd een stapje extra.
Vanavond doen we ook weer een stapje extra als Harro naast Timen plaatsneemt voor weer een aflevering van Countryland. Live vanuit de studio van de A1 Mediagroep in Nijkerk verzorgen zij weer twee uur heerlijke country en bluegrass muziek van toe en van nu, met daarin onder andere de wekelijkse keuze uit de oude doos van Douwe en weer een mooie aflevering van Towns & Country, waarmee we deze week afreizen naar het zuiden van de staat Louisiana. En misschien heeft Timen nog wat nieuws te melden over de EWOB van 18 t/m 20 mei in Voorthuizen of andere festiviteiten die we als team zo graag organiseren. Ik weet zeker dat hij u gaat wijzen op de Countryland Sessions van volgende week zaterdag 4 februari in het Rebellenhonk in Barneveld. Die avond ontvangen wij de band The Bluegrass Bandits en die staan garant voor een opzwepend optreden. Zoals altijd beginnen we dan rond 19.00 uur, is de toegang nog steeds gratis en krijgt u zelfs lekkere hapjes van het huis. Geen enkele reden dus om weg te blijven.
Over een paar weken bestaat ons mooie radioprogramma alweer 26 jaar. En nog steeds hebben we het idee dat we groeien, dat we meebewegen met de muziek, dat we ons ontwikkelen en onszelf blijven uitdagen om onze luisteraars zo goed mogelijk te plezieren. Al 26 jaar met veel liefde bezig zijn met een enthousiaste groep medewerkers, dat moet ons toch minimaal een vermelding opleveren in het Nederlands Museum voor countrymuziek?
Zorg goed voor uzelf en voor anderen, dan zorgen wij voor de muziek.
Goed weekend!
Volg onze reis langs Towns and Country van week tot week in Countryland!